
Deze opmerking is door vrienden en vreemdelingen van mij als ‘goede woorden’ en ‘extreem raak’ omschreven. Maar raak? Als je denkt dat die religieuze extremisten een boodschap gaan hebben aan wetenschap in welke vorm dan ook kan je nog wel eens voor een teleurstelling komen te staan. Deze mensen geloven namelijk. En geloof is een onwankelbaar vertrouwen in iets, ongeacht tegenargumenten. Wat moeten zij nou met jouw onderzoeksresultaten? Maar nog veel belangrijker: Wetenschap kan helemaal niet bewijzen dat iets niet bestaat. Volgens de falsificatietheorie van Karl Popper kan wetenschap alleen aantonen of iets wél bestaat. Je weet namelijk nooit of er niet stiekem toch kabouters zijn. Je kan niet onder alle rotsen tegelijk zoeken, en zelfs dan zul je net zien dat Paulus zich in een boom schuilhoudt. Erger nog: Als je de wetenschap wilt gaan inzetten niet vanuit onderzoek maar om een bepaald voorbedacht resultaat te behalen ben je niet echt meer wetenschap aan het beoefenen. Dan wil je gewoon dat jouw theorie de waarheid is. Dat klinkt ineens akelig veel als het extremisme waartegen Dijkshoorn zich verzet. Prachtige woorden dus, van Nico, maar geheel betekenisloos en gesproken door iemand die zowel geloof als wetenschap totaal niet begrijpt.